Persbericht 26 april 2002
Voorjaarsconcert Toonkunstkoor Leiden e.o.
Het voorjaarsconcert van het Toonkunstkoor Leiden e.o. vindt dit jaar plaats in de Marekerk op 26 april. Op het programma staan de Messe in D-dur van Antonín Dvorák, Sieben Magnificat Antiphonen van Arvo Pärt en Pange Lingua en Laudes Organi van Zoltán Kodály, Verder zal organist Bert Mooiman Pari Intervallo, ook van Arvo Pärt, ten gehore brengen.
Arvo Pärt werd geboren in Paide, Estland, in 1935. Na een gevarieerde carriere woont en werkt hij momenteel in Berlijn. Hij maakte onder andere een diepgaande studie van de Middeleeuwse muziek en creëerde daaruit een geheel eigen stijl, die hij zelf tintinnabuli-stijl noemt. Uit deze stijlperiode, vanaf 1976, dateert Sieben Magnificat Antiphonen, gecomponeerd voor het veertigjarig jubileum (1988) van het RIAS-kamerkoor te Berlijn.
Zoltan Kodaly (1882-1967) componeerde Pange Lingua in 1928/9. De tekst is afkomstig van Thomas van Aquino (1225-74) en was oorspronkelijk bedoeld om te reciteren bij de consecratie (een liturgisch onderdeel van de mis), Laudes Organi is een van Kodaly”s laatste werken (1966) en werd gecomponeerd voor de Amerikaanse Federatie van Organisten.
Antonin Dvorak (1841 – 1 904) schreef niet alleen kleurrijke, op Tsjechische volksmuziek gebaseerde, werken als de Slavische dansen. Hij was ook een groot bewonderaar van de muziek van onder andere Mozart, hetgeen doorklinkt in de Messe in D-dur die hij schreef voor klein koor, groot koor en orgel in 1887. Medewerking bij de uitvoering van dit werk wordt verleend door het kamerkoor EnSuite.
Dirigent van het Toonkunstkoor is Hans van der Toorn. Solistische medewerking wordt verleend door Bert Mooiman (orgel).