Recensie 24 oktober 2008

Slot redt Toonkunstkoor

Muziekrecensie: Lidy van der Spek
Leids Dagblad, 25 oktober 2008

Burkhardt Sölls ‘Ode’ is speciaal gecomponeerd voor Hans van der Toorns 25-jarig jubileum als dirigent bij het Toonkunstkoor. Dat had zo niet feestelijk dan wel indrukwekkend moeten klinken. Maar dat bleef uit. Misschien omdat het koor ‘ver weg’ op de galerij stond of omdat bij het allereerste klokgelui in zilveren en bronzen kleuren een afgrijselijke piep meedeed. Het Toonkunstkoor zingt onzeker, met vage inzetten en weinig gevoel voor een allesomvattende lijn, een richtinggevende visie. Het Requiem van Frank van Nimwegen lijdt daar beduidend minder onder. Maar Van Nimwegen, die zich met graagte liet inspireren door het Requiem van Maurice Duruflé, meteen te horen aan zijn fraaie intervallen, kon deze componist niet evenaren, laat staan overtreffen. Dit werk had 100 jaar geleden ook zo geschreven kunnen worden met zijn bijna romantisch klankidioom, weinig verrassende meerstemmigheid. Wel origineel is de ‘orkest’-bezetting, die uit louter klarinetten bestaat (es-, bes-, alt- en bas) met ondersteuning van het orgel. Het Leidse Klarinet-ensemble ‘Lignum’ is daar dus uitermate geschikt voor. De houtblazers spelen muzikaal bevlogen, kleuren het requiem op een bijzonder sfeervolle manier. Samenspel van koor, klarinetten en orgel opent onverwachte perspectieven. Onverwacht zijn ook de getoonzette Engelse teksten tussen de vaste delen van het Requiem, ze zorgen helaas nauwelijks voor extra diepgang of kracht, geven geen meerwaarde aan het geheel. De sopraan Kitty Jansen, die een belangrijke rol speelt, bezit een ijl stemgeluid zonder vibrato, dat ze wat eigenaardig gebruikt. Elk woord blijft menigmaal, weliswaar zuiver opgepakt, op zichzelf staan, waardoor geen vloeiende lijn ontstaat, de inhoud van de tekst niet wezenlijk overkomt. Toch raken koor, Lignum en solist gaandeweg op dreef, en krijgt Van Nimwegen meer ‘waar voor zijn geld’ dan zijn voorganger.

Maar spannend, enthousiast, expressief wordt Toonkunst pas in de Missa Brevis van Zoltán Kodály. Hier trekt jubilaris Van der Toorn het beste uit de zangers. Overtuigende, stralende koorzang met onwaarschijnlijk hoge, bijna altijd zuivere sopranen, met bassen en tenoren die zich goed weren tegen het vrouwelijk offensief, zowel op grote hoogte als in donkere diepte. Etherisch zwevende stemmen – als de Heilige Geest zijn werk doet – en evocatieve, overweldigend kleurrijke meerstemmigheid, wisselen elkaar wondermooi af. Organist Bert Mooiman speelt monumentaal, met grote overtuigingskracht, en geeft het Toonkunstkoor zijn oude lef en vertrouwen terug.